advocaat en procureur te Amsterdam, vanaf 1924
-
commandant batterij van de motorartillerie te Woerden, van januari 1939 tot 1 oktober 1939 (tijdens de mobilisatie)
-
lid gemeenteraad van Amsterdam, van 5 september 1939 tot 1 maart 1941
-
auditeur-militair Krijgsraad te Amersfoort, van 1 oktober 1939 tot mei 1940
-
auditeur-militair te velde-plaatsvervanger te 's-Gravenhage, van 10 mei 1940 tot 14 mei 1940
-
lid staf van generaal Koot, commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten, 1945
-
lid tijdelijke gemeenteraad van Amsterdam, van 21 november 1945 tot 2 september 1946
-
wethouder (van openbare gezondheid en ziekenhuiswezen) van Amsterdam, van 21 november 1945 tot 7 augustus 1948
-
lid gemeenteraad van Amsterdam, van 2 september 1946 tot 7 augustus 1948
-
minister van Oorlog, van 7 augustus 1948 tot 15 oktober 1950
-
minister van Marine ad interim, van 7 augustus 1948 tot 13 mei 1949
-
minister van Marine, van 14 mei 1949 tot 15 oktober 1950
-
lid Raad van State, van 15 februari 1951 tot 5 juli 1960 (benoemd bij K.B. van 2 februari 1951)
gevangenschap/internering
geïnterneerd gijzelaarskamp te Sint-Michielsgestel, van 4 mei 1942 tot 17 december 1942