Conform de Vredesconferentie van Den Haag van 18 oktober 1907 moest Nederland als neutrale natie ALLE oorlogvoerende militairen ontwapenen en interneren. Reeds in de eerste oorlogsdagen waren 52 Belgische en 179 Duitse militairen in Limburg de grens overgestoken en werden (samen!) geïnterneerd in Alkmaar waar de leegstaande kazerne door de regering als interneringsdepot was aangewezen. De Belgen werden al snel daarop overgebracht naar het Kamp Gaasterland.
Gewonde Belgen in Middelburg 1914 Tentenkamp te Amersfoort
Gewonde Belgen in Middelburg 1914 Tentenkamp te Amersfoort eind 1914
Op 10 oktober 1914 viel de vestingstad Antwerpen en naast waarschijnlijk 1.000.000 burger-vluchtelingen vluchtten ook ruim 40.000 Belgische soldaten naar het neutrale Nederland om aan krijgsgevangenschap te ontkomen. Door de chaotische situatie zagen naar schatting 7.000 soldaten kans, vermomd als burgers, via Vlissingen naar Engeland te ontkomen en weer dienst te nemen aan het front. Ruim 33.000 militairen werden ontwapend onder wie 6 generaals en 400 andere officieren (deze officieren werden allen geïnterneerd te Zwolle).
Naast deze Belgische militairen waren ook nog bijna 1.600 Engelse militairen van de First Royal Naval Brigade naar Nederland gevlucht. Zij waren bij Calais geland en werden ingezet bij de verdediging van Antwerpen. Deze Engelse militairen kregen de opdracht om samen met de Belgen, de opmars van het Duitse leger in het noorden te vertragen. Toen zij zich uiteindelijk moesten terugtrekken zagen de Engelsen hun terugtocht afgesneden.
De over de Nederlandse landsgrenzen gevluchte militairen werden ondergebracht in, vanwege de mobilisatie, een aantal leegstaande kazernes in Nederland:
- Amersfoort (in de nabijheid werd later Kamp Zeist gebouwd)
- Harderwijk (hier ontstond Kamp Harderwijk)
- Groningen (hier werd het Engelse Kamp ingericht)
- Oldebroek (dit Kamp werd opgeheven op 1 september1916)
- Alkmaar