Stoottroepen straatnaam (Regiment)

blauw op rood

UITVERKOCHT / SOLD
Betaalwijzes

Nederlands-Indië

Op 20 september 1945 vertrok het 3e Bataljon Stoottroepen, 800 man sterk, vanuit Den Bosch naar Nederlands Indië. Dit waren veelal dezelfde mensen die vanuit het verzet, ingedeeld bij het regiment gevochten hadden in het land van Maas en Waal en in Duitsland. Omstreeks dezelfde tijd vertrokken vanuit Engeland het 1e en 3e Bataljon Stoottroepen, die daar waren voorzien van een tropenuitrusting. Bijna 8000 oorlogsvrijwilligers en dienstplichtige stoottroepers, verdeeld over negen Bataljons hebben gedurende een periode van vijf jaar in Nederlands Indië gediend. Het waren stoters die als eerste eenheden van de Koninklijke Landmacht voet aan wal hebben gezet in Nederlands Indië, vanuit Malakka. Tijdens de Tweede Politionele Actie in december 1948, nam het 5e bataljon Regiment Stoottroepen (5-RS) deel aan de actie "Kraai", of wel de verovering van Djokjakarta en de gevangenneming van haar leiders. Op 19 december 1948 werd het bataljon 5-RS met Dakota-transporttoestellen ingevlogen op het vliegveld Magoewo bij Djokjakarta. Nadat alle stoters in de namiddag waren ingevlogen kreeg een deel van het bataljon de zorg voor de bewaking van het vliegveld. De 2e en 4e cie 5-RS trokken direct op naar Djokjakarta. De volgende dag namen de stoters het zuidelijke stadsdeel over van het Korps Speciale Troepen. De 2e cie 5-RS verzorgde tevens de bewaking van het paleis waar de regeringsleiders van de republiek, waaronder Soekarno en Hatta, gevangen zaten. De 3e compagnie 5-RS werd op 21 december gelegerd te Salam en Moentilan ter beveiliging van de weg Djokjakarta-Magelang. Eind 1948 werd de 3e cie 5-RS teruggenomen op Djokjakarta. Naast de beveiliging van Djokjakarta kreeg het bataljon ook posten buiten de stad zoals, Kalioerang en Sentolo. Na de Tweede Politionele Actie brak er een zeer zware tijd aan van patrouilleren en zuiveringsacties uitvoeren om het gebied rond Djokjakarta vrij te houden van opstandelingen. In december 1949 werd Indonesië onafhankelijk van Nederland en keerden de stoottroepen terug naar Nederland. Velen gingen terug naar de burgermaatschappij. Nederland was nog herstellende van de Tweede Wereldoorlog, waardoor de bevolking weinig belangstelling en begrip had voor de Indische ervaringen van de teruggekeerde stoters. Vaak was het moeilijk opnieuw te integreren. De steun daarbij vanuit het Ministerie van Defensie was minimaal.

Nieuw Guinea

In 1962 is het 41e Bataljon Regiment Stoottroepen ingezet in Nieuw-Guinea. Op 4 mei vertrokken de stoters aan boord van de Waterman richting Hollandia. Het bataljon werd op Biak, in Kaimana en omgeving gelegerd. Het bataljon werd aangewezen om de troepen langs de 1000 km lange zuidkust te versterken. Vele patrouilles werden gelopen teneinende infiltratie door Indonesische eenheden tegen te gaan, hierbij geholpen door onmisbare Papoea gidsen. Indonesische militairen werden regelmatig het gebied in geparachuteerd of aan land gezet door kleine boten. Vele van deze infiltranten gaven zich over omdat ze vanwege de omstandigheden in de dichte jungle door uitputting niet meer inzetbaar waren. De soevereiniteitsoverdracht op 15 augustus, gevolgd door de wapenstiltand op 18 augustus, betekende het einde van de activiteiten in de omgeving van Kaimana.

Koude Oorlog

In 1963 gingen de stoottroepen onder pantser, als 41 Pantserinfanterie bataljon, bij 11 Pantserinfanterie brigade (een voorloper van 11 Luchtmobiele Brigade). Dit bataljon was uitgerust met het AMX-PRI infanterie gevechtsvoertuig. Later is deze vervangen door de YPR-765. Het 41e Pantserinfanterie batalon was tot 1994 gelegerd in Ermelo op de Generaal Spoorkazerne. Na de val van de muur in 1989 werd het Nederlandse leger drastisch gereorganiseerd waarbij het met dienstplichtigen bemande 41e Bataljon werd opgeheven. Sindsdien bestaan de stoottroepen uitsluitend uit beroepsmilitairen.

Stoottroepen straatnaam (Regiment Infanterie)

Meer afbeeldingen

  • Stoottroepen straatnaam (Regiment Infanterie)