Voor de marechaussee-veldpolitie werd bij gouvernementsbesluit 3 juni 1933 nummer 17 een apart onderscheidingsteken ingevoerd. Dit was een zichtbaar teken van de opsporings- en andere politionele bevoegdheid. Dit onderscheidingsteken werd gedurende de tijd dat de militairen ter beschikking van het Binnenlands Bestuur stonden gedragen. Het bestond uit een krans van eikenloof met waarin de letters VP. Het onderscheidingsteken was van zilver of van een ander wit metaal. Voor de niet met Europese sergeanten in betaling gelijkgestelde niet-Europese sergeanten 1e klasse en de militairen van lagere rang was het onderscheidingsteken voorzien van een zwart ingelegd volgnummer. Het werd op de rechterborst gedragen. Op de attila tussen de twee bovenste borsttressen en op de mantel, overjas of regenjas op dezelfde hoogte als op de attila