Tussen september 1944 en april 1945 was ten gevolge van het mislukken van de
Market Garden- operatie slechts een klein deel van Gelderland bevrijd gebied,
grosso modo het Rijk van Nijmegen en delen van het Land van Maas en Waal en Overbetuwe. Het bestuur was in dit gebied in handen van het tijdelijk provinciaal bestuur van Gelderland onder leiding van de waarnemend Commissaris der Koningin, mr. E.H.J. baron van Voorst tot Voorst, het Engelse
Civil Affairs Detachment 312 en het MG. Het Provinciaal Militair Commissariaat Gelderland werd ingesteld bij KB van 4 september 1944 no. 1.
De periode tussen september 1944 en april 1945 kenmerkte zich onder meer door voortdurende Duitse militaire bedreiging, gebrek aan veel goederen bij de burgerbevolking, competentiestrijd tussen bestuursorganisaties onderling, maar ook interne verdeeldheid. Zo ontstonden er ernstige tegenstellingen tussen de DMC te Nijmegen, majoor ir. A.F.H. Blaauw, die sedert 22 september 1944 in Nijmegen was, en de PMC, kolonel H. van Everdingen, die ook in deze stad was gevestigd. Problemen rezen onder meer bij de burgemeesterswisseling in Nijmegen, het zuiveringsbeleid en de onderlinge samenwerking