Het OVW-bataljon 1-RJ bestond voornamelijk uit vrijwilligers uit Brabant en Limburg. Na de opleiding bij het 2e RNID (Royal Neth. Inf. Depot) te Fournes (Fr.) werd het bataljon gelegerd in Zeeuws Vlaanderen en ingezet bij de beveiliging van Antwerpen. Later deed het bataljon dienst in Brabant, Utrecht, Zuid-Holland, Groningen en Duitsland (Bocholt). Via Engeland, waar het bataljon werd voorzien van de noodzakelijke uitrusting, vertrok het naar Indië. Daar de bevelhebber van het South East Asia Command (SEAC), de admiraal Mountbatten, vanaf 2 november 1945 een landingsverbod op Java en Sumatra voor Nederlandse troepen had ingesteld werd er uitgeweken naar Malakka. Dit verbod is in maart 1946 opgeheven. Kort nadat het bataljon begin maart in Batavia arriveerde nam het posten over van de daar gelegerde KNIL eenheden. In plaatsen als Depok, Tjiteureup, Pondok Benda en Tjileungsir werden door het bataljon stellingen betrokken. Op 24 maart 1946 nam een peloton van de 2e cie deel, samen met het KNIL, aan de bezetting van Depok.